• Kaart
  • Beschrijving
Uit: Het Koningrijk der Nederlanden, voorgesteld in eene reeks beschrijvingen  door J. L. Terwen, 1858 pagina 320 pagina 345
Zoo werden in de 17deeeuw de eilanden Beijerland, het Land van Strijen, het Nieuw-Land van Altena en ook het Eiland van Dordrecht meer en meer ingedijkt. De Biesbosch zelf bevat eene groote menigte grootere of kleinere platen en polders, die door killen en kreken van elkander gescheiden zijn, welke gezamentlijk uit het Oude Wiel bij Werkendam voortkomen, en het Eiland van Dordrecht, dat zich na den St. Elizabethsvlocd waarschijnlijk alleen tot de stad bepaalde, beslaat thans eene oppervlakte van 7.700 bunders, waarop 24.000 nijvere bewoners leven. Het heeft eene driehoekige gedaante, wordt ten N. en N.W. door de Merwe, ten Z. en Z. O. door den Biesbosch bespoeld, en is in het W. van het Land van Strijen gescheiden door de Dordsche Kil, vroeger de Kille van Bonaventura genoemd, een vaarwater, dat in het laatst der 16deeeuw door de aangeslibde gronden gegraven is, maar naderhand door den snellen stroom zulk eene diepte gekregen heeft, dat de zwaarstgeladene koopvaardijschepen er door kunnen stevenen. Het eiland wordt onder de vruchtbaarsten van Holland gerekend, en levert aan alle zijden schoone landen watergezigten op. Op de noord-westpunt van dit eiland ligt Dordrecht, 3 uren Z. O. van Rotterdam, 5 uren van Gouda en 4 uren W. van Gorinchem, van het N. W. tot het O. door de Merwe bespoeld, en ten Z. door wei- en korenlanden omgeven; in de onmiddellijke nabijheid der stad is zij door schoone wandelwegen, met dubbele rijen boomen beplant en ter wederzijde met fraaije tuinen, somtijds zelfs met heerlijk schoone buitenplaatsen en sierlijke lusthuizen bezet, omringd. De stad is, gelijk wij reeds zeiden, zeer oud, zoo dat haar oorsprong zich in het duister verliest; sommigen hebben .hare stichting zelfs reeds in de eerste eeuwen van het christendom gesteld, en het is ook wel mogelijk, dat daar ter plaatse reeds vroeg een dorp of marktvlek bestaan hebbe, dat volgens de overlevering in 837 door de Noormannen verwoest zou zijn. Veiliger is het echter, de stichting der stad in het begin der 11deeeuw, omstreeks het jaar 1008, te stellen. Toen bouwde graaf Dirk III, ten einde zich het bezit van het landschap Merwede te verzekeren, dat tot het graafschap Teisterband behoord had, welks laatste graaf Ansfred, de i8de bisschop van Utrecht, in het jaar 1008 was overleden, bij het dorp Dordrecht een kasteel, liet de plaats zelve versterken en hief aldaar eenen tol van alle schepen, die voorbij de nieuwe stad de rivieren op- en afvoeren. Een en ander gaf al
's Gravendeel, waar in 1826 binnen weinige uren 83 gebouwen in de asch gelegd werden. Dit dorp ligt aan de Dordsche Kil, 1 uur Z. van Dordrecht, is zeer goed bestraat en heeft eene fraaije ruime haven. Vóór het bestaan van het kanaal van Voorne was dit dorp zeer levendig, daar alle groote zeeschepen, die naar Rotterdam bestemd waren] daar hunne ligtingsplaats hadden. Het bevat bijna 3.000 inw., vooral van de vlasserij bestaande; er is ook 1 scheepstimmerwerfDe kerk is in 1840 veel vergroot en heeft eeuen toren met uurwerk en 2 klokken, doch geen orgel. Tot deze gemeenten - behooren ook de buurten Schenkeldijk, Mookhoek en de Wacht, waar in 1699 door de Admiraliteit op de Maas een schoon Lands-Wachthuis met eene batterij van 6 stukken gebouwd werd, doch dat sedert lang is afgebroken. Omtrent 1 uur W. ligt binnen in den Waard het dorp Maasdam, aldus genaamd naar een water, dat in eene westelijke rigting door den waard loopt en voorheen een tak van de Maas was. Het bevat omtrent 1.600 inw. en heeft eene oude onaanzienlijke kerk; het dorp zelf is niet groot, maar tot de gemeente behoort ook St. Autonié-polder, en het dorp Cillaartshoek, \- uur Z., waarvan men verhaalt, dat het vóór den grooten vloed in 1421 eene groote stad zou geweest zijn; men ziet er eene zeer oude kruiskerk met een fraai torentje. Zuidwaarts van deze gemeente ligt het aanzienlijke dorp Strijen, aan eene groote haven, die J uur gaans zuidelijker door eene kapitale schutsluis, met ophaalbrug voorzien, in het Hollandsdiep uitloopt. Strijen was in den ouden tijd een groot graafschap, dat lang vóór dat van Holland bestond. Hei bevatte de geheele baronie van Breda, het land van Zevenbergen, Geertruidenberg, het markgraafschap van Bergen op Zoom, eenige thans verdronken landen en het latere Land van Strijen, zijnde thans de zuidelijkste helft van den Hoekschen Waard. Geertruida. de jongste dochter van Pepijn van Landen, was de eerste, die in 651 dit graafschap verkreeg en het in 660 aan haren neef Witger naliet. In 1039 verdeelde graaf Raginer zijn graafschap onder zijne beide zonen, waarvan Lambrecht, als graaf van Strijen, Geertruidenberg, Zevenbergen en Strijen verkreeg, en Hendrik Breda, Bergen op Zoom, enz. bekwam. Destijds was het Land van Strijen nog met den vasten wal vereenigd, waarvan het door den St. Elizabethsvloed in 1421 afgescheurd werd. Later kreeg het Land van Strijen den naam van heerlijkheid, en naderhand kwam het aan de grafelijkheid van Holland. De naam is waarschijnlijk afkomstig van de voormalige rivier de Striene, die in

Provincie Zuid-Holland. Gemeente Strijen.

 
wapen van Strijen 5746 Bunders
3750 Inwoners

1867

Bekijk op atlas1868.nl
Bekijk op atlasenkaart.nl
Gemeentegeschiedenis
  • Spoorweg
  • Straat- en Kunstweg
  • Gewone weg
  • Dijk en kade
  • Voetpad
  • Kerk
  • Molen
Vierde uur gaans
0
 
¼
Nederl. Ellen
0
 
500