• Kaart
  • Beschrijving
Uit: Het Koningrijk der Nederlanden, voorgesteld in eene reeks beschrijvingen  door J. L. Terwen, 1858 pagina 755 pagina 768
evenwel op de burgerij wraak te nemen. De ontevredenheid duurde echter voort en liep eindelijk zoo hoog, dat de burgers zich in 1580 met geweld van het zeer versterkte blokhuis meester maakten en alles, wat aan de stadszijde nadeel kon doen, vernielden en afbraken, waarna de geheele geestelijkheid onder smadelijk muzijk en gejouw der soldaten ter stad werd uitgeleid, de hervormde leer ingevoerd, de Spanjaarden verdreven en, vroeger dan elders, volkomene vrijheid voor geheel Friesland verkregen werd. Sedert dit tijdstip is Leeuwarden van oorlogsrampen verschoond gebleven, en zijn dc lotgevallen der stad, lang de zetel der Nassausche vorsten als stadhouders van dit gewest, alleen nog merkwaardig door eenige onlusten, die van tijd tot tijd onder de burgers, wegens de aanranding van hunne staatkundige vrijheden, voorvielen, doch welke gelukkig aan den bloei van den binnenlandschen handel en het fabriekwezen der plaats geen noemenswaardig nadeel toebragten. De stad Leeuwarden, in het friesch lieuwert, ligt te midden van eenc zeer vruchtbare landstreek en is door welige weilanden omringd. Haar gebied strekt zich vrij verre in den omtrek uit en bevat verscheidene buurten, waaronder aanzienlijke voorsteden, die door de bestendig vermeerderende bevolking van jaar tot jaar in uitgebreidheid toenemen. Door uitmuntende vaarten, straat- en rijwegen is zij met al de andere friesche steden en plaatsen, zoo wel als met de omliggende provincien verbonden, en eerlang zal zij ook door eenen spoorweg met Harlingen, Groningen en Zwolle en dus ook met Duitschland en de overige deelen van ons vaderland in regtstreeksch verband gebragt worden, hetwelk aan den bloei der stad eene nog schoonere toekomst belooft. De voornaamsten dezer vaarten en wegen zijn: de Trekvaart op Franeker en Harlingen, in 1507, en die op Sncek en Bolsward, in 1508 gegraven; die op Uokkum of de Dokkumer-Ee, het Vliet, dat O. naar Tietjerksteradeel loopt, en de Tijnje, die, Z. loopende, zich als groot scheepsvaarwater naar Groningen en de Lemmer uitstrekt; voorts de straatwegen op Zwolle, Groningen, Harlingen, Sneek, Stiens, enz. Van welke zijde men langs deze wegen de stad naderen moge, levert zij altijd door de menigte molens en fabrieken in hare nabuurschap een zeer fraai gezigt op. De plaats zelve is door eene breede en diepe gracht met eenen fraayen schoon beplanten buitensingel omringd. De oude, vroeger met 6 bolwerken en 3 ravelijnen versterkte stadswal, van eene langwerpig vierkante, doch onregelmatige gedaante, is
N. W. deel de Ried stroomt, die oudtijds bij Berlikum in zee liep. — Het eerste dorp, dat wij, van Dronrijp komende, ontmoeten is Zweins, bijna 3 uren W. van Leeuwarden, digt bij de trekvaart, over welke in de aanzienlijke onderhoorige buurt Kingmatille eene brug ligt. Het telt met deze buurt ongeveer 300 inw., 1 steenbakkerij en eene Herv. Kerk, met toren en orgel; tevens vindt men er de state Kingma, het grootste sieraad van het dorp, en eene der beide staten, die van de vroeger in deze gemeente bestaande talrijke stinzen nog alleen overgebleven zijn. — Van hier komen wij al dadelijk op het gebied der stad franeker, welk gebied zich rondom de stad 1{ uurs in de lengte en 1 uur in de breedte uitstrekt en onder den naam van de Uitburen bekend is. De buurten, die alzoo tot het regtsgebied der stad behooren, zijn: Arkens, Salwerd, Lutje-Lollum, Miedum, Doijum, Kie, Lankum, War, het Vliet, Vijfhuizen en Zevenhuizen, waarvan de 2 laatsten ten O. aan de trekvaart liggen, en met het Vliet, ten W., den zoogenaamden Klokslag van Franeker uitmaken. Franeker zelf is eene zeer oude stad. daar zij reeds in 1191 stedelijke regten bezat; maar haar oorsprong ligt in het duister. In het laatste gedeelte der middeleeuwen nam zij een krachtdadig aandeel in de twisten tusschen de Schieringers en Vetkoopers; onder de saksische heerschappij werd zij voor korten tijd de zetel van hertog Albrecht. Daar hij zich echter door zijne gestrengheid en willekeur gebaat maakte, bragten de Friezen een leger van 16.000 man tegen hem op de been, belegerden zijnen zoon Hendrik binnen het slecht versterkte Franeker in 1500, doch werden door den met een magtig leger terugkeerenden .hertog geslagen en verdreven, waarop de stad ter belooning van hare getrouwheid met groote voorregten begunstigd werd. De pogingen om haar reeds in 1572 aan de spaansche heerschappij te ontrukken, mislukten, zoo dat zij eerst in 1576 in handen der Staten kwam. Na dien tijd is er van de geschiedenis der plaats alleen als merkwaardig te melden, dat zij in de burgertwisten van 1787 eene zeer werkzame rol speelde, die evenwel niet te haren voordeele eindigde. Franeker ligt 3 uren W. van Leeuwarden, in eene uitmuntend vruchtbare landouw, aan de trekvaart van Leeuwarden op Harlingen en de vaarten naar Barradeel, het Bildt, Sneek en Bolsward, terwijl de straatweg midden door de stad loopt, en ook eerlang een spoorweg haar met Harlingen en Leeuwarden zal vereenigen. Hare bevolking bedraagt thans ongeveer 5.950 zielen, (4.400 herv., 10luth.,

Provincie Friesland. Gemeente Franeker.

 
wapen van Franeker 1724 Bunders
5900 Inwoners

1866

Bekijk op atlas1868.nl
Bekijk op atlasenkaart.nl
Gemeentegeschiedenis
  • Spoorweg
  • Straat- en Kunstweg
  • Gewone weg
  • Dijk en kade
  • Voetpad
  • Kerk
  • Molen
Vierde uur gaans
0
 
¼
Nederl. Ellen
0
 
500