• Kaart
  • Beschrijving
Uit: Het Koningrijk der Nederlanden, voorgesteld in eene reeks beschrijvingen  door J. L. Terwen, 1858 pagina 539 pagina 551 pagina 612
koophandel op Duitschland en Engeland dreef, en later tot de aanzienlijkste Hanzesteden behoorde. De opkomst van Dordrecht bragt echter aan dien bloedenden handel groote schade toe, zoo dat de eigentlijke zeehandel er eindelijk geheel verviel, ofschoon de binnenlandsche, vooral die in veldvruchten en ooft, er nog heden buitengewoon veel vertier veroorzaakt. Brandf oorlog en watersnood hebben de rijke koopstad beurtelings geteisterd. In 1134, 1136. 1334 en 1420 werd een groot gedeelte der plaats in kolen gelegd; in het laatstgenoemde jaar ontsnapten zelfs slechts 20 huizen, 2 kerken en het Tolhuis aan het woedende vuur. Gedurende de geldersche, utrechtsche en brabantsche oorlogen werd ïiel dikwijls door de vijandelijke partijen genomen en hernomen; doch in 1334 kwam zij voor goed aan Gelderland, door middel van eene schikking tusschen Reinoud van Gelder en Jan van Brabant. In 1350 nam hertog Reinoud III de stad, die de zijde zijns broeders Eduard hield, stormenderhand in, waarbij 145 menschen, die op den toren der St. Walburgskerk gevlugt waren, jammerlijk in de vlammen om het leven kwamen; en ook later speelde zij in de twisten tusschen de Heekerens en Bronkhorsten en in de oorlogen van Karel van Gelder eene voorname rol. Karel V kon haar in 1528, in weerwil van zijn groot leger en zijne inspanningen, niet veroveren; ook den Spanjaarden gelukte het niet, haar of met geweld, of door verraad in handen te krijgen, toen de burgers eenmaal de staatsche zijde gekozen hadden. In lateren tijd hadden in de stad zelve nu en dan hevige twisten over de regering plaats, en hat jaar 1787 was hierdoor schandelijke plunderingen gekenmerkt. Nog moest zij in 1794 een hevig bombardement van de Franschen verduren, en in 1813 dreigde haar hetzelfde lot. toen deze ramp door de snelle aaukomst der pruisische troepen nog gelukkig werd afgewend. Tiel heelt met de buurt Zandwijk thans eene bevolking van 7.019 inw., waarvan 4.308 herv., 2.286 R. Kath., 541uth., 111 chr. afgesch. en 243 Israëlieten. De hoofdbestaanmiddelen zijn nog altijd scheepvaart, landbouw en uitgebreide binnenlandsche handel in koren, aardappelen en fruit; de maandagsche weekmarkt is bijzonder belangrijk, door den toevloed van tandlieden uit alte omliggende dorpen, die hier hunne waren ter markt brengen. Daarenboven vindt men er 1 steenbakkerij, 1 bierbrouwerij, 1 azijnmakerij, 1 meekrap- en garancinefahr., 3 leerlooijerijen, 2 koperdraaijerijen, i gasfabr., 3 boekdrukkerijen, 1 stoom- olie- en korenmolen, met nog 1 korenmolen. Voorts is
altaren. Het voormalige Kasteel-te-Huissen, de vroegere residentie van hertogin Machteld van Gelder, is ibans ingerigt tot een Klooster van de dominicanerorde. — Van hier wandelen wij over Malburgen, met een pontveer over den Rijn, naar de hoofdstad van Gelderland, het thans zoo bloeijende en schoone Arnhem. Het N. W. gedeelte der provincie Gelderland, dat door den IJssel, de Zuiderzee, de provincie Utrecht en den Rijn wordt ingesloten, draagt den naam van Veluwe (z. bl. 520), eene landstreek, die over het geheel uit eene hooge, zand- en heuvelachtige vlakte bestaat en vooral in het midden op eene halve wildernis gelijkt. Overal ondertusschen, waar de grond door de talrijke ontspringende beken vochtig gemaakt wordt, ziet men verscheidene, soms zeer groote bosschen, aanzienlijke hofsteden, kleine buurten of groote, bloeijende dorpen, door wei-, rogge- en boekweitlanden omringd, en het Z. deel, dat onder den naam van Veluwenzoom zich langs den Rijn en IJssel van Wageningen tot aan Zutphen uitstrekt, is zoo vruchtbaar en uitstekend schoon en schilderachtig, dat men haar reeds in den ouden tijd den fluweelen zoom van het vale kleed der Veluwe noemde. De Veluwe heeft waarschijnlijk haren naam ontleend aan Vaele auwe (vaal, onvruchtbaar land), en wordt onder dezen naam het eerst in 793 vermeld. Zij behoorde toen tot Friesland, kwam later aan de graven van Gelder (wanneer weet-men niet), in 1196 aan Brabant en viel in 13H aan Gelderland terug, waarvan zij het vierde of laatste kwartier werd. Zij wordt gewoonlijk verdeeld in de Over-Veluwe, het N. deel en het minst bekoorlijke (met de gemeenten Doornspijk, Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde en Oldebroek), de MiddelVeluwe (het O. deel, met Apeldoorn, Epe en Voorst), de Neder-Veluwe (het VV. deel met Barneveld, Ede. Hoevelaken, Nijkerk, Scherpenzeel en Putten), en den Veluwenzoom. die de gem. Arnhem, Brummen, Doorwerth, Rheden, Roozendaal, Rencum en Wageningen omvat, en sedert de i 74r eeuw door de ontginning der heide allengskens is toegenomen. Het getal der bewoners bedraagt thans ruim 125.000, die voor een groot gedeelte van den landbouw en veeteelt leven; vooral worden er zeer veel schapen gevonden. Buitendien bestaan er op de Veluwe eene menigte fabrieken, waaronder een 116 tal papierfabrieken (in het jaar 1740 waren er 168 papiermolens), die met geringe uitzondering door het water der beken worden gedreven, en zulk een stevig en helder wit papier leveren, dat het door het beste engelsche en fransche papier naauwelijks geëvenaard kan
garnizoen bedraagt gewoonlijk 4S0—500 man. Daarenboven is Deventer de zetel eener Arrondissements-regtbank, van een Athenaeum, enz. Deventer bezit verscheidene zeer merkwaardige gebouwen en inrigtingen, die wij kortelijk zullen aanduiden. Het eerst komt daarbij wel de Groote- of St. Lebulnuskerk in aanmerking. Dit voortreffelijke gebouw, de grootste christentempel uit Overijssel, werd na het jaar 1334 op dezelfde plaats gesticht, waar vroeger reeds 2 kerken door brand vernield waren (in 1235 en 1334); de niet zeer hooge, maar zware toren werd echter eerst in het jaar 1613 geheel voltooid. Zij heeft eene lengte van ruim 94, en eene breedte van 34.5 el, en was oorspronkelijk tot kruiskerk bestemd, maar één uitstek, aan de zuidzijde, is bij den bouw achterwege gebleven. De toren wordt gekroond door een fraai, op 8 zuilen rustend koepeldak, en bevat een uitmuntend klokkenspel van 36 klokken. In verschillende opzigten is dit gebouw zeer opmerkenswaardig. Zoo vindt men onder het hooge koor eene crypt of onderaardsche kapel, als een zeldzaam overblijfsel der oude bouwkunde van de 11de eeuw, en zij bevat buitendien prachtige zuilenrijen, een voortreffelijk, in 1839 nieuw geplaatst orgel met 45 sprekende stemmen, 3 handklavieren en een pedaal, — De tweede Herv. Kerk is de St. Nicolaas-oï 'Bergkerk, staande op het hoogste deel der stad, aan de Walstraat, in de Z. O. zijde, ter plaatse, waar men gist, dat oudtijds het kasteel van Davo zou gestaan hebben, waaraan de naam en de stad Deventer hunnen oorsprong zouden ontleenen. Zij is genoegzaam even oud als de St. Lebuinuskerk, en prijkt met 2 torens van bijna gelijke hoogte; inwendig heeft zij een zeer bevallig aanzien..— Voorts vindt men hier eene Luth. Kerk, in de Spinhuissteeg, met eenen fraaijen voorgevel en orgel; eene kleine, maar zeer doelmatig ingerigte Doopsgez. Kerk, in de korte Assenstraat, met orgel; 1 R. K. Kerk, zijnde de vroegere herv. Broerenkerk, die in of omstreeks 1338 gebouwd werd, en 58 el lengte, met ruim 19 el breedte heeft. Zij ging in 1579 aan de herv. over, behoorde later aan deWaalsche gemeente, doch werd in 1799 wederom aan de R. kath. afgestaan, die haar in 1803 inwijdden; zij bevat het graf van Eleonora van Engeland (f 1356), moeder der graven Eduard en Reinoud van Gelder, en bezit een paar prachtig geschrevene, kostbaar versierde evangelieboeken, wier vervaardiging sommigen aan den H. Lebuinus toeschrijven, en waarop vroeger de utrechtsche bisschoppen en de stadhouders van

Provincie Gelderland. Kadastrale Gemeente Apeldoorn.

 
wapen van Apeldoorn
Gem. Apeldoorn (no. 1)
33939 Bunders
11500 Inwoners

1866

Bekijk op atlas1868.nl
Bekijk op atlasenkaart.nl
Gemeentegeschiedenis
  • Spoorweg
  • Straat- en Kunstweg
  • Gewone weg
  • Dijk en kade
  • Voetpad
  • Kerk
  • Molen
Vierde uur gaans
0
 
¼
Nederl. Ellen
0
 
500