• Kaart
  • Beschrijving
Uit: Het Koningrijk der Nederlanden, voorgesteld in eene reeks beschrijvingen  door J. L. Terwen, 1858 pagina 683 pagina 703
koning van Zweden in 1285 en de graaf van Holland in 1298 aan hare kooplieden verleende. Van de veelvuldige binnenlandsche twisten en veeten, die gedurende de middeleeuwen de stad en het landschap teisterden, hebben wij boven reeds met een enkel woord gesproken. In 1166 tegen den utrechtschen bisschop opgestaan zijnde, werd zij door hem en zijnen bondgenoot Floris III van Holland vruchteloos belegerd, waarop eene verzoening werd getroffen door bemiddeling van den duitschen keizer. In de twisten tusschen de Schieringers en Vetkoopers was Groningen meestal de zaak der eersten toegedaan, terwijl de laatsten door de Ommelanden begunsiigd werden. Daaruit vloeiden nieuwe oorlogen en belegeringen voort, tot dat de stad omstreeks 1400 hare wapenen tegen de edelen der Vetkoopers keerde, hunne sloten innam en slechtte, en zich van het Oldambt meesier maakte, welk landschap zij tot in 1795 behieldIn 1419 zagen de Groningers zich genoodzaakt, den bisschop van Utrecht als heer te erkennen. Tegen den hertog Albrecht van Saksen, dien zij niet als potestaat wilden huldigen, moest de stad zich met kracht verdedigen en driemaal een beleg van den hertog of zijnen zoon doorstaan (in 1500, 1505 en 1506), zonder dat hij haar bemaatigen konde. De aanneming eerst van graaf Edzard van OostFriesland, in 1506, en naderhand, in 1514, van hertog Karel van Gelder tot hunnen beschermheer door de Groningers, was het gevolg der Saksische twisten. Daar echter hertog George van Saksen in 1515 zijne regten aan Karel V had overgedragen, en de burgerij met den willekeurigen hertog van Gelder niet te vreden was, besloot zij, ten einde zich voor de geweldenarijen des hertogs en de rampen des oortogs te vrijwaren, in 1536 keizer Karel V tot haren heer aan te nemen, waardoor Groningen en de Ommelanden onder het huis van Oostenrijk geraakten. Van dien tijd af werd Groningen met Friesland en Drenthe door een' en denzelfden stadhouder bestuurd, waarvan er 7 elkander opvolgden. Bij het uitbreken van den opstand tegen de Spanjaarden wist de stadhouder, de graaf van Arembcrg, vreemd krijgsvolk in de stad te brengen, dat aldaar grooten moedwil bedreefNadat Arember^ te Heiligerlee was verslagen, traditie graaf Lodewijk Groningen te vermeesteren; maar hij moest door de komst van Alba het beleg opbreken, waarna deze zelf in de stad kwam en er een kasteel deed bouwen, hetwelk hij met spaansch krijgsvolk bezette. Nogtans nam dit krijgsvolk, door de aanbiedingen der Staten van Brabant verleid, in 157G den stadhouder Caspar Robles gevangen, en
gem. met nagenoeg 3.400 inw., wier hoofdbestaan de landbouw is. De groote, ruime en sierlijke Herv. Kerk werd in 1738 opgerigt ter vervanging van een oud ongemeen groot en sterk omstreeks 1413 opgerigt kerkgebouw, dat door het water van den Dollart onbruikbaar gemaakt en in het begin der vorige eeuw afgebroken werd; het tegenwoordige Godshuis heeft eenen fraaijen rooden lantaarntoren en een der zwaarste orgels, die men in eene plattelandsgemeente aantreft. In de nabijheid van het dorp ligt de boschryke buitenplaats Ennemaborgh, 436 bunders groot. — Oostwolde, | uur ten O., is thans een schoon, zeer bloeijend en welvarend dorp, met eene sierlyke, in 1776 gestichte Herv. kruiskerk, die op haar midden eenen dubbelen lantaarntoren heeft en met een zeer goed orgel versierd is; het dorp lag voorheen op den uithoek van den Dollart, even als Finsterwolde. — Een weinig Z. van Midwolde ligt het fraaije en levendige dorp Scheemda, i\ uur N. W. van Winschoten en 1{ uur O. van het vroeger bezcchte Zuidbroek (z. bl. 695), aan het Winschoterdiep, en aan den hoofdweg van Groningen naar de grenzen; het dorp maakt met het tegenover liggende Eexta eigentlijk slechts één groot vlek uit, bevat 1.000 inw. en vormt metde dorpen Eexta, Nieuw-Scheemda en Westerlee en een 7tal gehuchten (waaronder Heiligerlee z. bl. 701) eene gem. met eene bevolking van nagenoeg 4.000 inw., die van landbouw, aanmerkelijken graanhandel en fabriekarbeid (steen- en pannenbakkeryen, 1 kalkbranderij, verscheidene molens, enz.) leven. De honderde schepen en houtvlotten, die hier jaarlijks langs varen, geven er zeer veel vertier. Scheemda zelf bestaat uit fraaije en groote boerderijen en aanzienlijke gebouwen; het heeft eene vrij groote Herv. Kerk met een orgel en zwaren toren, die echter afgezonderd staat. Ook Eexta, aan de overzijde van het diep, bezit eene zeer oude en hooge Herv. kruiskerk, met eenen afzonderlijk staanden toren. Westerlee, waaronder Heiligerlee behoort, ligt 1 uur zuidwaarts en bevat 1.250 inw., 2 steen- en pannenbakkerijen en eene kleine Herv. Kerk, met toren en orgel. Nieuw-Scheemda daarentegen ligt 1 uur ten N., telt 360 inw. en heeft insgelijks eene Herv. Kerk, met toren. — Niet minder fraai dan Scheemda is Noordbroek, 1 uur ten N. van Zuidbroek, en Z\ uur O. van Groningen, aan den grooten weg van de hoofdstad op Winschoten. Dit zeer schoone en bloeijende dorp maakt met 4 gehuchten eene uitgestrekte en aanzienlijke gem. uit van ongeveer 2.200 inw., waarvan 1.600 in het dorp zelf wonen, en die van landbouw en fabriekwezen bestaan, tellende men er verscheidene linnenwe-

Provincie Groningen. Gemeente Scheemda.

 
wapen van Scheemda 4592 Bunders
4100 Inwoners

1867

Bekijk op atlas1868.nl
Bekijk op atlasenkaart.nl
Gemeentegeschiedenis
  • Spoorweg
  • Straat- en Kunstweg
  • Gewone weg
  • Dijk en kade
  • Voetpad
  • Kerk
  • Molen
Vierde uur gaans
0
 
¼
Nederl. Ellen
0
 
500