• Kaart
  • Beschrijving
Uit: Het Koningrijk der Nederlanden, voorgesteld in eene reeks beschrijvingen  door J. L. Terwen, 1858 pagina 493 pagina 494
Hunsel en Heel zijn kleine dorpen ten W. en Z. van Roermonde, en even ten N. van het zeer bevallig aan de Maas gelegene steedje Wessem, dat omtrent 850 inw. telt; een weinig W., insgelijks aan de beek Itteren, vinden wij het vlek Thorn, met 1.200 inw., 4 pannenbakkerijen, 2 brouwerijen, 1 branderij en 1 linnenbleekerij; de plaats was reeds in de 10de eeuw bekend en werd in lateren tijd zeer vermaard door de rijke en vorstelijke Abdij, die in 992 door Hilswindis, gravin van Strijen, alhier gesticht werd. De abdis van dit gesticht droeg den titel van vorstin en prinses des duitschen rijks, en menigmaal werd haar door de keizers om hulp en bijstand tegen de Turken verzocht ; zij had het regt om munt te slaan en oefende een wereldlijk gezag over verscheidene omliggende dorpen. In 1779 werd het groote en aanzienlijke gebouw, dat midden in het vlek stond, verkocht, en in 1817 afgebroken; maar de buitengewoon fraaije Kerk is staande gebleven, en dient thans, nadat de oude kerk in 1816 gesloopt is, tot parochiekerk. Dit schoone en trotsche gebouw is in 1285 opgerigt, en heeft een zeer goed orgel, doch slechts eenen kleinen toren; het prijkt buitendien met een prachtig verheven koor, een allerschoonst en kunstig bewerkt groot altaar, dat in beelden de geboorte van Jezus en het bezoek der herders vertoont en vroeger in de Karthuizerskerk te Roermond gestaan heeft, met eene uitmuntende schilderij, de geboorte des Zaligmakers voorstellende, en met nog vele andere merkwaardigheden, die te zamen deze kerk tot eene der prachtigsten van ons vaderland maken. Voorheen stond ook in de nabijheid der Abdij Het Hof te Thorn, een zeer groot en schoon kasteel, dat echter mede in 1817 voor het grootste deel gesloopt is. Niet verre van het vlek staat de Kapel-van-Thorn, in 1693 naar het voorbeeld van die van Lorette gebouwd en nog in den laatsten tijd aanmerkelijk hersteld en versierd.
  Ten W. van Thorn liggen de dorpen Itttervoort (350 inw.). Neer-Itter (met 750 inw. en eenige fabrieken), Beersel of Groot-Beersel (382 inw.), Stamproy (1.280 inw.) en Tungelroy, beiden laatsten in de nabijheid van Weert, van waar wij ons langs de Zuid-Willemsvaart over belgisch grondgebied naar de hoofdstad der provincie, de vesting Maastricht, begeven.
  Maastricht was gedurende het bestaan der nederlandsche republiek en nog later eene hoogstgewigtige vesting, die onder de nederlandsche steden eenen eersten rang bekleedde. Haar oorsprong ligt in het duister: sommigen willen, dat zij reeds in den tijd der Romeinen, zelfs
reeds vóór Christus geboorte bestond; maar zoo er te dezer plaatse ten tijde der Romeinen al een veer over de Maas bestaan hebbe, is het niet te min bijna zeker, dat de daarbij staande woningen nog geene stad zullen geweest zijn. Dat de stad zeer oud is, lijdt niet den minsten twijfel; vooral blijkt dit uit de romeinsche overblijfselen, die men hier en in den omtrek gevonden heeft. Zij droeg oudtijds alleen den naam van Tricht (Trajectum ad Mosam), en wordt thans nog door de dorpelingen in den omtrek aldus genoemd. Even min zeker is het, wanneer de plaats het eerst bemuurd en alzoo onder de steden opgenomen is. Men verhaalt alleen, dat reeds in het begin der 2de eeuw hier 2 kerken gebouwd waren, dat de H. Servatius in 313 bisschop van Maastricht was, en zij in 881 door de Noormannen verwoest werd. Na dien tijd werd zij bij de herbouwing van eenen zwaren muur met grachten, torens en 5 poorten voorzien, waarvan de overblijfselen meestendeels nog duidelijk te zien zijn; de plaats was echter toen nog klein en is naderhand aanmerkelijk uitgelegd; de nieuwe hooge muur, waarmede men in 1459 de stad met de buitenbuurten omringde, is nog geheel aanwezig en vormt thans den kapitalen wal der stad; hij is gedeeltelijk van graauwen, harden, natuurlijken steen opgemetseld, en heeft één uur gaans in omtrek.
  Te gelijker tijd met het eigentlijke Maastricht op den linkeroever der Maas, ontstond ook aan de overzijde eene nieuwe stad, die nog heden den naam van Wijk voert, doch in aanwas met de eerste geen gelijken tred heeft gehouden, daar zij sedert hare eerste bemuring steeds binnen dezelfde wallen is besloten gebleven. Beiden vormen thans slechts één geheel, maken de tegenwoordige stad Maastricht uit en zijn door eene zeer merkwaardige brug met elkander verbonden. De eerste brug lag een weinig hooger aan de rivier, maar nadat deze in 1229 door de Luikenaars verbrand was, werd eene tweede brug tusschen Maastricht en Wijk gelegd, die, na nogmaals verwoest en weder hersteld te zijn, in 1275 instortte, juist op het oogenblik. dat er eene processie overtrok, waardoor vele menschen in de Maas verdronken. Na dit ongeluk begon men de tegenwoordige brug te bouwen. Zij is omtrent 100 schreden lang en bestaat uit 8 bogen van graauwen steen, die op 4 voetstukken rusten; in 1829 is aan den kant van Wijk in plaats van den nog overgebleven houten boog een fraaije steenen boog gebouwd, zoo ingerigt, dat men hem in oorlogstijd gemakkelijk kan doen springen; en in 1836 is de steenen borstwering

Provincie Limburg. Gemeente Maastricht.

 
wapen van Maastricht 516 Bunders
29000 Inwoners

1866

Bekijk op atlas1868.nl
Bekijk op atlasenkaart.nl
Gemeentegeschiedenis
  • Spoorweg
  • Straat- en Kunstweg
  • Gewone weg
  • Dijk en kade
  • Voetpad
  • Kerk
  • Molen
Vierde uur gaans
0
 
¼
Nederl. Ellen
0
 
500