• Kaart
  • Beschrijving
Uit: Het Koningrijk der Nederlanden, voorgesteld in eene reeks beschrijvingen  door J. L. Terwen, 1858 pagina 426 pagina 450 pagina 469
houten ophaalbruggen liggen, die de beide deelen der plaats verbinden; beiden hebben groote schutsluizen of sassen. De plaats was vroeger, toen de groote weg van den Moerdijk naar Antwerpen er nog langs liep, door den doortogt vrij levendig; het verlies van dien weg is in de laatste jaren echter dubbel vergoed door den ijzeren spoorweg, die langs het dorp loopt en waarvan hier een goed stationsgebouw staat; buitendien geeft de doortogt van de schepen, die van Breda en elders naar Holland en terug langs de kom varen, nog al wat vertier. In ouden tijd schijnt de plaats veel grooter en met wallen en vestingwerken voorzien geweest te zijn; maar de overstrooming van den St. Elizabeths-vloed in 1421 bragt haar ontzettende schade toe, en in 1427 werd zij geheel ontmanteld, nadat Philips van Bourgondie haar belegerd en ingenomen had, dewijl de heer Gerrit van Strijen aan de zaak van Jacoba van Beijeren getrouw was gebleven. In 1590 werd de stad door Karel van Mansfeld geplunderd; maar grootere ramp trof haar op den 19e aug. 1845, toen plotseling eene vreeselijke hoos boven de plaats losbrak, waardoor 12 huizen en 26 schuren geheel vernield, 75 huizen en schuren geducht geteisterd en nog 175 schuren beschadigd werden, zoo dat de schade op 160.000 gl., behalve die aan de veldvruchten toegebragt, begroot werd; drie menschen verloren daarbij het leven. — Onder de gebouwen van Zevenbergen komen in aanmerking: het Gemeentehuis, aan de Markt, een vrij doelmatig gebouw met een torentje. — De tamelijk fraaije Herv. Kerk, met toren en orgel; de R. K. Kerk, in 1837 gesticht, een langwerpig vierkant gebouw, op pilaren rustende en met koepeltoren en orgel; in 1845 leed het door de hoos groote schade. Voorts bestaan er afdeelingen van een paar genootschappen, de oude schutterlijke vereeniging van St. Joris, enz. Van Zevenbergen begeven wij ons langs den spoorweg naar het 1| uur verder zuidwaarts gelegen vlek Oudenbosch, 4 uren W. van Breda, aan een beekje, dat in de Mark uitloopt en eene havenkom van 1880 el lengte vormt. Dit vlek, oudtijds Oude-Baarlc-Bosch genoemd, werd in 1747 eenigermate van versterkingen voorzien, die echter 'sjaars daarna weder geslecht werden; in 1793 werden evenwel aan het einde der haven weder eenige batterijen opgeworpen, thans nog de Schans geheeten, bij welke gelegenheid men vele en zware fondamenten van gebouwen diep onder den grond gevonden heeft; deze batterijen zijn in 1831 weder opgemaakt. Het vlek heeft waarschijnlijk zijnen naam van de talrijke bosschen, die het omringen.
300 inw.; er is eene R. K. Kerk, waarin een fraai praalgraf van een der vorige heeren. Merkwaardig is het, dat deze plaats voorheen eene hooge en onafhankelijke grondheerlijkheid was, die door keizer Ferdinand III tot rijksgraafschap was verheven, en tot in 1795 aan het huis Montmorency behoorde; eerst in 1800 is zij met Nederland vereenigd. Er stond vroeger een zwaar en groot kasteel, dat tot in 1794 nog gedeeltelijk bewoond werd, maar waarvan nu nog slechts eenig puin overig is. Ten Z. der gemeente ligt Vlijmen, 1¼ uurs van 's Hertogenbosch, en het laatste dorp der zoogenaamde Langstraat of Langestraat.
  De Langstraat is eene verzameling van welvarende dorpen, die tusschen Geertruidenberg en 's Bosch grootendeels in eene onafgebrokene rij aan elkander liggen, en te zamen wel 20.000 inw. bevatten. Deze dorpen zijn van het O. naar het W. gerekend: Vlijmen, Nieuwkuik-en-Onzenoort, Drunen, Baardwijk, Waalwijk, Besoyen, Capelle, Waspik, en Raamsdonk. terwijl ook Sprang en 's Gravenmoer, hoewel een weinig zuidelijker liggende, nog tot de Langstraat gerekend worden. Er wordt in deze streek zeer veel en schoon hooi gewonnen, en de langstraatsche schoenen zijn door geheel Nederland bekend.
  Vlijmen, aan den straatweg van Waalwijk op 's Bosch, is een groot dorp, waarvan de huizen, onder welke aanzienlijke woningen en boerderijen, zeer uit elkander verspreid liggen, zoo dat de eigentlijke kom slechts uit 6 huizen bestaat. Het bevat omtrent 2.600 inw., die meestal van landbouw en het kweeken van hop en groenten bestaan, en 2 kerken, eene R. K. en eene Herv.. zijnde de laatste een goed en groot gebouw, voorzien van orgel en toren met eene hooge spits en uurwerk; in 1746 brandde dit dorp bijna geheel af. en ook van het water had het soms veel te lijden. — Nieuwkuik, 2 uren van 's Bosch, met het gehucht Onzenoort, heeft ruim 1.220 inw., die meest van de graanteelt leven; dit dorp behoorde vroeger niet onder Brabant, maar onder het Land van Luik, en maakte eene aanzienlijke heerlijkheid op zich zelf uit; het brandde in 1746 te gelijk met Onzenoort en Vlijmen af; de R. K. Kerk is klein. In het kleine Onzenoort staat een oud, fraai kasteel, door schoonen aanleg en wandelingen omringd. — Drunen met verscheidene gehuchten, telt ruim 2.000 inw., levende van landbouw en handel; het is luchtig gebouwd, heeft hier en daar goede huizen, een goed Raadhuis, en eene R. K. en eene Herv. Kerk, welke laatste zeer oud, maar het overblijfsel van eene veel grootere kruiskerk is, die bij den watervloed van 1421
beslaat eene oppervlakte van 255.000 bunders, met eene bevolking van 130.000 zielen. Misschien is er geene streek in ons vaderland, die aan zulke geweldige en gedurige oorlogsrampen blootgesteld geweest is, als deze. Zij bevat de steden 's Hertogenbosch, Eindhoven, Tilburg, Helmond, en meer dan 100, waaronder zeer aanzienlijke dorpen. De stad 's Hertogenhosch, waaronder ook het dorp Orthen, de gehuchten Gerwen en Kloot, en het fort Isabelle behooren, en die in de wandeting alleen den Bosch genoemd wordt, ligt te midden van moerassen en lage hooi- en weilanden, maar toch op eenen eenigzins hoogeren grond, en aan de zamenvtoeijing van de Dommel en de Aa, die te zamen hier den naam van Dieze aannemen en door deze bij het fort Crevecoeur in de Maas vallen. De hoogste plaatsen der stad zijn de Groote markt, de Esplanade cn de Paradeplaats, terwijl de andere gedeelten bij hoogen waterstand dikwijls onder water staan. Zij is eene hoogst gewigtige vesting van 1| uur in den omtrek, hebbende eene bijna driehoekige gedaante en 8 bastions, zonder aanmerkelijke buitenwerken; dezen zijn evenwel ook minder noodig, daar de stad door hare natuurlijke ligging reeds bijzonder sterk is, kunnende het omliggende terrein over eene groote uitgestrektheid onder water gezet worden, waardoor er geene andere communicatie dan langs de twee straatwegen naar Hintham en Vught overig blijft. Bovendien ligt ook de citadel de Papenbrü binnen den omtrek der vesting, en telt men daar buiten nog de sterkten Orthenschans, op den weg naar Bommel, de Betranchementen buiten het gehucht Hintham, het fort St. Antonie en het fort Isabelle, beiden op den weg naar Vught, terwijl ook het fort Crevecoeur hiertoe gerekend kan worden. Papenbril is in 1637 gesticht, droeg eerst den naam van Willem en Maria, kinderen van Frederik Hendrik, en is een vijfhoekig fort, door natte grachten omringd, hebbende aan de stadszijde een uitgestrekt glacis, het Plein of de Esplanade genoemd, dat 190 schreden lang en 150 breed is. Isabelle is in 1623 aangelegd. De stad is luchtig en ruim gebouwd, heeft in de laatste 20 jaren veel aan uitwendig schoon gewonnen, en levert hier en daar voortreffelijke stadsgezigten op. Het is eene levendige, aangename en gezonde plaats, die door de Zuid-Willemsvaart met Maastricht, door straatwegen met Breda, Tilburg, Eindhoven, Nijmegen en Bommel verbonden is en eerlang door den ontworpen spoorweg met geheel Nederland en Duitschland in gemeenschap gebragt zal worden. Zij

Provincie Noordbrabant. Gemeente 's Hertogenbosch.

 
wapen van 's Hertogenbosch 1759 Bunders
23250 Inwoners

1866

Bekijk op atlas1868.nl
Bekijk op atlasenkaart.nl
Gemeentegeschiedenis
  • Spoorweg
  • Straat- en Kunstweg
  • Gewone weg
  • Dijk en kade
  • Voetpad
  • Kerk
  • Molen
Vierde uur gaans
0
 
¼
Nederl. Ellen
0
 
500