• Kaart
  • Beschrijving
Uit: Het Koningrijk der Nederlanden, voorgesteld in eene reeks beschrijvingen  door J. L. Terwen, 1858 pagina 319 pagina 348
lijk met Giessen-Oudekerk vereenigd. Daaraan grenst wederom de aanzienlijke gemeente Sliedreeht, het grootste dorp van den Alblasserwaard, dat zich ruim 1| uur gaans langs den Merwedijk uitstrekt, en reeds in 1064 genoemd wordt. Het bevat 3.972 inw., wier hoofdmiddel van bestaan het snijden en droogen van biezen, de grienderijen, het aannemen van publieke werken, de hoepelmakerij, eenige landbouw, veeteelt en visscherij is; men vindt er ook 2 touwslagerijen, 1 leerlooijerij en 1 grutterij, 2 korenmolens, waarvan 1 met stoom, enz. De Herv. kerk is ruim en doelmatig; zij heeft een fraai orgel, eenen schoonen predikstoel en eenen tamelijk hoogen toren. Bovendien is er ook eene kerk voor de chr. afgescheidenen, eene kleine synagoge en een, sedert weinige jaren opgerigt, Oude-Mannen en Vrouwenhuis. Even ten N. van deze gemeente ligt de kleine gemeente Wijngaarden, met 300 inw. — Het laatste dorp van den Alblasserwaard is Papendrecht, tegenover Dordrecht, aan de Merwe en de Noord. Het is eene aanzienlijke plaats met 2.200 inw., meestal van landbouw, veeteelt en melkerij bestaande, terwijl velen ook van hoepelmaken, het vlechten van matten, het dijkwerk enz. leven. Er is 1 scheepmakerij en 1 korenmolen. De heerlijkheid Papendrecht is sedert de oudste tijden met die van Matena vereenigd en behoort aan de stad Dordrecht. Zij heeft in de Kerkbuurt eene ruime herv. kerk, met fraaijen toren en orgel. Vóór ons ligt de grijze Merwestad, de oudste stad van Holland, en de eerste in de vergadering der staten, het oude Dordrecht, dat wij thans bezoeken willen. De stad ligt op een eiland, de Dordsche Waard of het Eiland van Dordrecht geheeten, dat een gedeelte uitmaakt van den vroegeren Grooten Znid-Hollandschen Waard, die bij de noodlottige overstrooming van den 18 november 1421 geheel door de golven werd overdekt, en waarvan nog een groot gedeelte, de Biesbosch, onder het water bedolven is. Toen werd de stad Dordrecht van het vaste land van Holland afgescheurd; bijna 100.000 menschen en eene ontelbare menigte vee vonden in de golven den dood; 72 dorpen of parochien, waarvan 34 nimmer weder te voorschijn gekomen zijn, werden overstroomd en de waterplas strekte zich waarschijnlijk van Heusden tot Geervliet, van de Merwede en de tegenwoordige Oude Maas tot Oosterhout en Zevenbergen uit. Na het afloopen van het water werd een groot deel van het verdronken land spoedig weder ingedijkt, en in latere tijden, toen de grond door het vruchtbare slijk was gehoogd, ging men steeds daarmede voort.
3.000 in de kom wonen. Het ligt op den N. W. hoek van den waard, heeft eene zeer goede haven in de Oude Maas, eene midden door het dorp loopende, ter wederzijde met kastanjeboomen beplante gracht, een fraai marktplein, 11 straten, een aanzienlijk Raadhuis in 1622 gesticht, en eene zeer groote, fraaije kruiskerk met geschilderde glazen, eene met wit marmeren grafzerken overdekte keurig gebeeldhouwde tombe, en eenen fraaijen spitsen toren met uurwerk en 2 klokken. De landbouw, de veeteelt, de handel in vruchten en visch en de scheepvaart zijn wel de voornaamste bestaanmiddelen en maken het dorp vrij levendig; vroeger echter bloeide de plaats veel meer dan thans. Aan de overzijde van het Spui ligt het eiland Putten, een gedeelte der voormalige heerlijkheid van dien naam, die zich oudtijds veel verder uitstrekte, alzoo zij het westelijkste gedeelte van het eiland IJsselmonde, de dorpen Korendijk en Piershil en Over-Flakkee bevatte. In de 11de eeuw waren deze landen nog aan elkander verbonden, doch waarschijnlijk omtrent 1170 werd dit landschap door de zee overstroomd en verscheurd, en vele gedeelten zijn eerst in de 16de eeuw weder ingedijkt. Putten werd door de Bornisse van Voorne gescheiden; eerst was dit water, even als het Haringvliet, slechts eene kleine kreek; later in de 14de eeuw was het een zeer breede stroom, waardoor de schepen uit Brabant en Vlaanderen naar Holland voeren, hetwelk aanleiding gaf tot het leggen van den Geervlietschen tol, en thans is dit water door aanslibbing bijna geheel verdwenen. Putten had reeds in 1048 zijne bijzondere heeren en kwam omstreeks 1456 aan de grafelijkheid. — Het bevat de dorpen Zuidland, met 1.630 inw., een groot bestraat dorp, dat eene groote vierkante kerk heeft; Simonshaven, met ruim 200. Hekelingen, met ruim 600, het overoude dorpje Biert. voorts Spijkenisse, dat van hoogen ouderdom is en 1.540 inw. bevat, en het stadje Geervliet, dat reeds omtrent het jaar 1000 zijne eigene heeren had. Het ligt bij de Bornisse, die hier eene zeer naauwe haven vormt en telt slechts 1.000 inw., die veelal van landbouw bestaan. Te dezer plaatse werd door graaf Floris Hl de Geervlietsche tol gelegd, die eerst in 1795 geheel is opgeheven. Het stadje had vroeger muren en poorten; van de Tolpoort is nog een overblijfsel te zien; het Raadhuis is nog een opmerkenswaardig oud gebouw, en van de groote en ruime kerk is het jaar der stichting onbekend. Zij is buitengewoon net en goed onderhouden, en bevat een koor met eene oude graftombe, waarop Nicolaas van Put-

Provincie Zuid-Holland. Gemeente Geervliet.

 
wapen van Geervliet 2627 Bunders
1025 Inwoners

1867

Bekijk op atlas1868.nl
Bekijk op atlasenkaart.nl
Gemeentegeschiedenis
  • Spoorweg
  • Straat- en Kunstweg
  • Gewone weg
  • Dijk en kade
  • Voetpad
  • Kerk
  • Molen
Vierde uur gaans
0
 
¼
Nederl. Ellen
0
 
500